Recht om een doeltreffende voorziening in rechte in te stellen tegen een toezichthoudende autoriteit
1. Onverminderd andere mogelijkheden van administratief of buitengerechtelijk beroep schrijven de lidstaten voor dat een natuurlijke persoon of een rechtspersoon het recht heeft tegen een hem betreffende juridisch bindend besluit van een toezichthoudende autoriteit een doeltreffende voorziening in rechte in te stellen.
2. Onverminderd andere mogelijkheden van administratief of buitengerechtelijk beroep heeft iedere betrokkene het recht om een doeltreffende voorziening in rechte in te stellen indien de overeenkomstig artikel 45, lid 1, bevoegde toezichthoudende autoriteit een klacht niet behandelt of de betrokkene niet binnen drie maanden van de voortgang of het resultaat van de uit hoofde van artikel 52 ingediende klacht in kennis stelt.
3. De lidstaten schrijven voor dat een vordering tegen een toezichthoudende autoriteit wordt ingesteld bij de gerechten van de lidstaat waar de toezichthoudende autoriteit is gevestigd.